Als je overweegt om een hond te kopen, stel jezelf dan eerst een aantal vragen. Past een hond bij jou en je gezinssituatie? Wat zoek je in een hond? Wil je een rashond of liever een hond uit het asiel? Kies je voor een rashond, dan is het belangrijk dat je weet wat je verwacht van een hond. Er zijn meer dan 300 rassen, die niet alleen variëren in grootte en vacht, maar ook in karakter! Hieronder zetten we een aantal zaken op een rijtje waar je aan moet denken als je een hond wilt kopen.
Bij het kopen van een gezonde en sociale hond komt veel kijken. Het Fairfok platform, met daarin dierenbeschermers en hondenliefhebbers, rasverenigingen en fokkers, wetenschappers en opleiders, dierenspeciaalzaken en dierenartsen, heeft gezamenlijk speciaal voor hondenkopers een brochure uitgebracht met een overzicht van beschikbare informatie, diensten of producten van organisaties die zich actief inzetten voor de gezonde en sociale hond in Nederland.
De brochure is bedoeld voor potentiële kopers van een hond. Hierin is informatie gebundeld over te verwachten eigenschappen van een type hond of ras, wat er nodig is voor het (onder)houden van een hond, over opvoeding en cursussen en over adoptie van een hond uit binnen- of buitenland.
Wie zwicht er niet bij het zien van een pup? En hoe verleidelijk is het om er zelf ook eentje te kopen? Maar voordat je een hond koopt, moet je over een aantal dingen nadenken.
Een hond moet uiteraard bij jou en jouw situatie passen. Een hond wil aandacht en beweging en een pup moet je opvoeden. Heb je daarvoor genoeg tijd? Is je woonsituatie wel geschikt voor een hond? Kan de hond zich binnenshuis bewegen? En – als je een huurhuis hebt – mag je dan volgens het huurcontract wel een hond hebben?
Natuurlijk heeft een hond goede voeding en verzorging nodig. Sommige honden moet je regelmatig borstelen om grote klitten in de vacht te voorkomen. En een hond kost veel geld: sommige honden kunnen flink eten en om hem gezond te houden, heeft hij periodieke inentingen en wormkuren nodig. Natuurlijk kan je hond ook ziek worden. Afhankelijk van wat je hond voor ziekte heeft, kan de rekening van de dierenarts behoorlijk oplopen.
Ga je op vakantie, dan heb je een oppas voor hem nodig of moet je zorgen voor een plek in het pension. Gaat hij mee, dan moet je controleren of de vaccinaties in orde zijn en of er andere eisen gelden. Uiteraard is het niet de bedoeling dat anderen last hebben van jouw hond. Zijn er voldoende uitlaatmogelijkheden in de buurt? Accepteren de buren dat je een hond hebt? En heb je je gerealiseerd dat een rashond gemiddeld zo’n tien tot twaalf jaar oud wordt?
Heb je hier goed over nagedacht en ben je nog steeds enthousiast? Dan is een hond zeker iets voor jou! Een hond heeft namelijk ook heel veel te bieden. Wat te denken van vriendschap, trouw, aanhankelijkheid en gezelligheid? Denk dan nog wel na over de vraag of je een reu of een teef wilt en of je een pup of juist een oudere hond wilt.
Wil je een hond aanschaffen en heb je kinderen, bereid je kind dan voor op de komst van de nieuwe huisgenoot. Leer je kind dat hondentaal anders is dan mensentaal. Klik op de link voor de tien gouden regels. Voor een kind is het leren omgaan met een pup eenvoudiger dan met een volwassen hond. Als je kind weet dat het heel voorzichtig met de pup moet omgaan, ben je al een eind op de goede weg. Denk goed na of het verstandig is een hond aan te schaffen als één van de kinderen bang voor honden is of er een hekel aan heeft. Een logeerhond is dan een goede proef op de som.
Zijn de kinderen enthousiast over een hond, dan beloven ze ongetwijfeld dat ze de hond dagelijks zullen uitlaten, borstelen en eten geven. Is de hond eenmaal in huis, dan kan de belangstelling snel afnemen. Een hond kopen ‘voor de kinderen’ kan dan op een teleurstelling uitlopen. De uiteindelijke verantwoordelijkheid hoort daarom niet bij de kinderen, maar bij de ouders te liggen. Kinderen kunnen, afhankelijk van hun leeftijd, wel een rol spelen in de dagelijkse verzorging. Dat vinden ze niet alleen leuk, maar het vergroot ook hun verantwoordelijkheidsgevoel in het algemeen. Klik op de link voor meer informatie over kinderen en je hond.
Voor veel mensen betekent een hond ‘vriendschap’. Rashonden kunnen iets extra’s bieden, bijvoorbeeld omdat zij bijzondere eigenschappen hebben. Denk bijvoorbeeld aan bescherming, bewaking, passie voor het jagen, speurvermogen of willen werken. En dat vaak jarenlang, want rashonden worden gemiddeld tien tot twaalf jaar oud. Meestal worden kleinere rassen wat ouder en grotere rassen wat minder oud.
Een rashond heeft als belangrijk voordeel dat je van tevoren al veel weet over het uiterlijk en het karakter van de hond. Van alle rashonden kun je via de website ‘Dutch Dog Data’ zien wie de ouderdieren zijn. Hier zie je bovendien ook welke gezondheidsonderzoeken bij deze honden gedaan zijn en wat de uitslagen van deze onderzoeken zijn. Hier staan overigens alleen de uitslagen van gezondheidsonderzoeken die door de Raad van Beheer geadministreerd worden. Het kan dus zijn dat er meer gezondheidsonderzoeken gedaan zijn, maar dat je die hier niet ziet. Je kunt aan de fokker vragen of je de uitslagen van de gezondheidsonderzoeken van de ouders mag zien. Bij de rasinformatie zie je onder het kopje gezondheid welke onderzoeken door de rasverenigingen geadviseerd of gedaan worden.
Veel fokkers vinden een goed fokbeleid belangrijk. Ze fokken volgens de regels van de rasvereniging. Zulke fokkers heten clubfokkers. Maar hoe zorgvuldig een fokker ook fokt, het betekent niet dat we je een garantie op een gezonde hond kunnen geven. Iedere hond, ook een rashond, kan ziek worden, bijvoorbeeld door erfelijke ziekten, overvoeding, infecties of verwondingen.
Kies je voor een rashond, neem dan contact op met een bij de Raad van Beheer aangesloten rasvereniging. Bij de rasvereniging kunnen ze je alles over het ras vertellen. Meer lezen over de verschillende rassen? Kijk op de pagina alle hondenrassen.
Rassen verschillen in hun behoefte aan voeding, opvoeding, verzorging, ruimte, beweging en aandacht. Bedenk van tevoren goed wat je zoekt in een hond, zodat je het ras kiest dat het beste bij je past. De volgende vragen helpen je om dit scherp te krijgen:
Ben je enthousiast over een ras en wil je zelf ook een rashond? Neem dan contact op met een bij de Raad van Beheer aangesloten rasvereniging. Voor sommige rassen zijn er twee of meer rasverenigingen.
Bij de rasvereniging vertellen ze je alles over de voor- en nadelen van het ras en kennen ze vanuit de praktijk de voorwaarden waaraan de (toekomstige) bezitter van dat ras moet voldoen voor een goede match tussen hond en baasje. Zo helpen ze je bij het maken van de juiste keuze.
Bij de rasvereniging is er vaak iemand die alles weet over pups. Vraag daar naar. Zo iemand kan je niet alleen van alles over het ras vertellen en wat er bij het kopen van een pup komt kijken, maar weet ook welke fokkers een nestje hebben of verwachten. Voor sommige rassen is er een puppylijst. Daarop staan de nesten waarvan de ouderdieren voldoen aan minimale eisen als het gaat om het uiterlijk en de gezondheid.
Bij de rasvereniging kunnen ze je ook alles over het fokbeleid van de vereniging vertellen. In het fokbeleid staat hoe oud de ouderdieren minimaal en maximaal mogen zijn en hoe vaak je mag fokken met een teef. Ook staan er de maatregelen in die fokkers moeten nemen om erfelijke aandoeningen zoals heupdysplasie, elleboogdysplasie, oogaandoeningen (zoals PRA) en doofheid tegen te gaan. Fokkers die het fokbeleid van de vereniging onderschrijven en zich daar aan houden, heten clubfokkers. Wil je van zo’n fokker een pup kopen, dan brengt de rasvereniging je graag met hen in contact.
Wil je geen pup maar al een iets oudere hond? Veel rasverenigingen bemiddelen ook bij de herplaatsing van oudere rashonden die op zoek zijn naar een nieuw baasje. Een voordeel van een herplaatsingshond is dat deze vaak al is opgevoed en het karakter al is gevormd. Zo weet je van tevoren of het karakter bij je past of niet.
Meer lezen over de verschillende soorten rassen? Klik op de link voor de pagina over alle hondenrassen.
Vaak worden honden aangeboden als rashond zonder stamboom. Dit noemen we een look-alike. Wees hierbij voorzichtig. Veelal zijn de ouders niet met zekerheid bekend (niet via een DNA-controle) en worden er geen gezondheidsonderzoeken gedaan of vastgelegd. Klik op de link om meer te lezen over look-alike honden.
Wil je wel een hond maar geen pup, dan is een ‘tweede kans’- of herplaatsingshond wellicht iets voor jou. Een voordeel van een herplaatsingshond is dat deze vaak al is opgevoed en het karakter al is gevormd. Zo weet je van tevoren of het karakter bij je past of niet.
Herplaatsingshonden vind je bijvoorbeeld in het asiel. Deze honden hebben inentingen gekregen, zijn gechipt en staan geregistreerd. De honden zijn ook medisch gecontroleerd, maar over het voorkomen van bijvoorbeeld erfelijke aandoeningen bij de hond of de ouderdieren is vaak weinig tot niets bekend. Vraag goed na wat wel bekend is over het dier, zodat je niet voor onaangename verrassingen komt te staan. Schaf je een pup aan via het asiel, vraag dan wat het asiel doet om de pup te socialiseren.
Houd er bij de aanschaf van een herplaatsingshond rekening mee dat de hond een geschiedenis heeft. Sommige honden zijn getekend door wat ze eerder in hun leven hebben meegemaakt en zijn bijvoorbeeld extreem angstig. Dit vraagt om liefde, geduld en soms hulp van een gedragstherapeut. Vraag ook om advies bij het asiel. Heropvoeden is minstens net zo moeilijk als opvoeden. Houd er rekening mee dat het gedrag van de hond kan veranderen zodra hij zich bij je thuis voelt.
Heb je een leuke hond gezien? Maak dan eens een wandelingetje met hem om te zien hoe hij zich buiten gedraagt. Stel jezelf de vraag of je de hond lichamelijk aan kunt. Besluit je de hond aan te schaffen, wees dan vanaf het begin duidelijk over de regels. Overweeg ook om een gehoorzaamheidscursus bij een kynologenclub te doen.
De honden in het asiel zijn meestal geen rashonden. Wil je wel een rashond, neem dan contact op met de rasvereniging. Veel rasverenigingen bemiddelen bij de herplaatsing van oudere rashonden die op zoek zijn naar een nieuw baasje.
Koop nooit via internet een hond. Op internet zijn malafide hondenhandelaren actief die je via grootschalige advertenties proberen te verleiden om een goedkope (ras)pup te kopen. Deze handelaren hebben maar één doel voor ogen: zo snel mogelijk geld verdienen.
Een zorgvuldige selectie van de ouderdieren, de gezondheid van de moederhond of pups en een goede socialisatie van de pups krijgen meestal weinig of geen aandacht. Over de gezondheid van de ouderdieren is vaak niets bekend, omdat de meeste van deze honden geen officiële (FCI) stamboom hebben. In veel gevallen zijn er zelfs geen gezondheidsonderzoeken gedaan. Is de pup eenmaal in huis, dan blijkt er na verloop van tijd vaak van alles mis mee te zijn. Goedkoop blijkt dan duurkoop te zijn als de gezondheid van de pup niet in orde is en er torenhoge rekeningen van de dierenarts liggen.
Biedt de verkoper aan dat je de pup van tevoren kunt bekijken, wees ook dan op je hoede. Sommige handelaren doen alsof de pup in een huiselijke situatie opgroeit, maar zetten dat in scène als jij komt kijken.
Gaat het wel om een rashond met een officiële stamboom, dan houdt de fokker zich waarschijnlijk niet of veel minder aan het fokbeleid van de rasvereniging.
Daarom is ons dringende advies: neem altijd contact op met de rasvereniging als je een rashond wilt kopen. Via de rasvereniging kom je in contact met een fokker. Of kijk bij het asiel!
Meer lezen over dit thema? Kijk dan op de website van het Landelijk InformatieCentrum Gezelschapsdieren (LICG) .
Zorg dat je weet wat je koopt. Als je een rashond wilt aanschaffen, weet dan dat een 'Boomer' geen rashond maar op z'n best een kruising van twee rassen is.
Onderstaande tekst (van Janine Verschure) verscheen eerder in het Dibevo-Vakblad. Jammer genoeg is hij niet gebaseerd op een waargebeurd verhaal. Hij is een waargebeurd verhaal.
Rendog
“Een kruising tussen een rendog en een Pitbull”, was het trotse antwoord op mijn vraag. Het meisje was begin twintig en had een piepkleine puppy op haar schoot. Haar vriendin die naast haar zat in de wachtkamer van de dierenarts, had precies zo’n zelfde. “Ik weet niet precies wat een rendog is”, vervolgde ze haar uitleg. “Maar een Pitbull is een heel gevaarlijke hond. Die moet je goed opvoeden, anders gaan ze vechten.” De twee vriendinnen die met hun pups zaten te wachten tot de dierenarts klaar was met zijn vorige patiënt, werden geflankeerd door een vrolijke baby in zijn wandelwagen.
“Wat ik wel weet,” zei het andere meisje dat volgens mij de moeder was van de baby, “is dat een rendog uit Amerika komt. Dat zei de fokker. We hebben de hondjes net gekocht, ze zijn bijna zes weken.”
Ter informatie: normaliter mogen pups pas rond de acht weken bij de moeder weg. Pups van nog geen zes weken zijn er geestelijk en lichamelijk niet aan toe om van hun moeder gescheiden te worden.
Terwijl ik me zorgen aan het maken was, ging een van de dames op zoek in haar telefoon, om te kijken wat voor hond ze nu eigenlijk had gekocht. Hij zou best wel eens zo groot kunnen worden als die van mij, zei ze, wijzend naar mijn Duitse Dog. Toen ging bij mij een lampje branden. “Bedoel je soms een Bandog”, vroeg ik. “Ja!” riep ze blij. “Dat was het!”
Een Bandog is een samenraapsel van hondenrassen, ontwikkeld door mensen die een Pitbull of een grote molosser niet stoer genoeg vinden. Zij wilden een hond die groter en zwaarder is dan een Pitbull, maar feller en agressiever dan een Mastino Napoletano, Fila Brasileiro of een Bullmastiff. We weten allemaal dat de gemiddelde Pitbull bepaald niet geschikt is voor onervaren hondenbezitters, maar een Bandog is ronduit gevaarlijk. Zeker als hij gefokt is door iemand die hem met zes weken verkoopt aan een jonge moeder die geen idee heeft van wat ze in huis haalt.
Als je een stamboomhond uit het buitenland wilt importeren gelden er naast de eisen ten aanzien van de stamboomregistratie en documenten daarvoor ook eisen voor het reizen en invoeren van honden die door de overheid gesteld worden.
Zie voor meer informatie het Landelijk informatie Centrum Gezelschapsdieren LICG. Klik hier.
Je kunt ook contact opnemen met de NVWA via 0900 0338 of info@nvwa.nl.