In ons fokbeleid zijn de gezondheid, het welzijn en het sociaal gedrag van honden leidend. Iedereen wil immers een gezonde en sociale hond. De maatregelen uit ons fokbeleid stellen de hond dan ook centraal. Daarmee ligt de lat voor onze fokkers hoog. Wel proberen we de lat niet zo hoog te leggen dat fokkers naar het grijze circuit verdwijnen, omdat dit vaak ten koste gaat van de gezondheid en het welzijn van die honden.
De discussie over de gezondheid en het welzijn van rashonden spitst zich toe op twee hoofdthema’s:
Ons duurzaam fokbeleid richt zich op beide hoofdthema’s en bestaat uit een groot aantal maatregelen om zo gezond en sociaal mogelijke honden te fokken. Zo controleert onze buitendienst de locaties van de fokker, gelden er welzijnsregels voor de moederhond en is er een inteeltbeperking voor de ouderdieren. De regels zijn samengevat in het Basisreglement Welzijn & Gezondheid (BWG) en maken onderdeel uit van het Kynologisch Reglement. Deze algemene regels gelden voor alle fokkers van rashonden. Overtreed je de regels, dan levert je dat een sanctie op en in bepaalde gevallen geven we geen stambomen af.
De basis voor een goed fokbeleid is een sluitende afstamming. Daarom controleren we de afstamming van de pups met DNA. Het DNA bewaren we in een databank zodat het beschikbaar is voor gezondheidsonderzoeken, indien de eigenaar daar geen bezwaar tegen heeft.
We coördineren en administreren een aantal gezondheidsonderzoeken. Op dit moment zijn dat onderzoeken naar heupdysplasie, elleboogdysplasie, cochleaire doofheid, koperstapeling en oogafwijkingen. We vinden het belangrijk dat we transparant zijn. Daarom publiceren we de uitslagen van deze gezondheidsonderzoeken op de pagina DutchDogData
Voor een aantal rassen, zoals de Cavalier King Charles Spaniel en de Engelse Bulldog, gelden aanvullende voorwaarden.
Om de fokkerij te sturen, willen we dat op tentoonstellingen gezonde en sociale honden winnen. Daarom is er een gedragscode voor keurmeesters en zijn er voor een aantal rassen rasspecifieke instructies.
Ook voeren we projecten uit om de gezondheid en het welzijn van honden te bevorderen. Voorbeelden daarvan zijn het project ‘Verwantschap’ en het project ‘Normenmatrix’.
Veel rasverenigingen voeren zelf ook een fokbeleid. Zo hebben alle rasverenigingen een verenigingsfokreglement. De verenigingen zijn zelf verantwoordelijk voor de inhoud van dit reglement. Omdat er voor sommige rassen meerdere rasverenigingen zijn, kunnen er voor één ras ook meerdere verenigingsfokreglementen zijn.
In het plan ‘Fairfok’ zetten we alle maatregelen op een rijtje, maar lees je ook welke maatregelen andere partijen uit de sector nemen. Uiteraard betrekken we de rasverenigingen en andere belanghebbenden bij het ontwikkelen van ons duurzaam fokbeleid.
LET OP! Per 19 maart 2019 is het rapport 'fokken met kortsnuitige honden' gepubliceerd. Dit betekent dat er niet gefokt mag worden met honden die niet aan de criteria voldoen. Meer informatie zie de pagina 'fokken met kortsnuitige honden'.
Onze buitendienstmedewerkers voorzien alle pups van een in Nederland geboren nest rashonden van een chip. Ze controleren dan ook de omstandigheden waarin het nest zich bevindt en adviseren de fokker over mogelijke verbeteringen. Als de gezondheid of het welzijn van het nest in gevaar is, maken zij melding bij de inspectiedienst van de overheid. Deze dienst is verantwoordelijk voor de handhaving van de wettelijke regels en heeft opsporingsbevoegdheid. De buitendienstmedewerkers van de Raad van Beheer hebben deze opsporingsbevoegdheid niet. Locatiecontrole kan ook plaatsvinden als de fokker een andere dienst afneemt of op indicatie. Voor de locatiecontrole gelden uitvoeringsregels.
In hoofdstuk VIII van het Kynologisch Reglement vind je in titel 1 Basisreglement Welzijn & Gezondheid de welzijnsregels voor de moederhond. Er gelden bijvoorbeeld regels voor de minimum en maximum leeftijd van de moederhond, het maximum aantal nesten dat zij mag hebben gedurende haar leven, de minimale tijd die er tussen twee nesten moet zitten et cetera. Deze regels gelden voor alle fokkers van rashonden met een Nederlandse FCI-stamboom (deze honden staan ingeschreven in het Nederlands Honden Stamboek).
Bij de geboorteaangifte controleren we of de fokker zich aan deze regels heeft gehouden. Ook feiten die stammen uit de periode vóór de invoering van het BWG nemen we daarbij mee. Voldoet het nest niet aan de welzijnsregels, dan ontvangt de fokker wèl stambomen voor het nest maar leggen wij een klacht voor aan het Tuchtcollege. De fokker ontvangt hierover bericht van ons. Het Tuchtcollege beoordeelt de kwestie en doet een uitspraak over de sancties.
Wij vinden dat de welzijnsregels die voor rashonden gelden ook voor niet-rashonden moeten gelden.
Sterke inteelt in populaties leidt tot een bedreiging van de gezondheid en het welzijn van dieren. Daarom willen we de inteelt beperken en hebben we hiertoe regels opgesteld. Volgens artikel VIII.2 uit het Kynologisch Reglement mag je een teef niet laten dekken door haar grootvader, haar vader, haar broer, haar halfbroer, haar zoon of haar kleinzoon. Doe je dat wel, dan geven we voor de honden die geboren worden uit deze combinatie geen stambomen af.
Daarnaast zijn er voor veel rassen aanvullende, inteeltbeperkende regels gesteld door de rasverenigingen. Denk aan het verbod om een teef te kruisen met een neef of oom. Het fokken met dit soort nauwe familierelaties leidt tot hoge inteelt, waarmee de kans op erfelijke gebreken groter kan zijn. Dit is zeer onwenselijk. Om te zorgen dat er voldoende minder verwante dieren op de lange termijn beschikbaar zijn is de ambitie en het advies aan de fokkers en rasverenigingen de inteelttoename in rassen te beperken.
Om er zeker van te zijn dat de opgegeven ouders ook echt de ouders van je hond zijn, controleren we de afstamming met DNA-onderzoek. Van alle rashondenpups nemen wij DNA af. Het DNA sturen wij op naar een laboratorium. Het laboratorium vergelijkt het DNA-profiel van de pups met de DNA-profielen van de ouderdieren. Zo bepalen we of de afstamming klopt. Deze afstammingscontrole is verplicht voor alle rashondenpups. Het DNA wordt bewaard voor gezondheidsonderzoeken, indien de eigenaar daar geen bezwaar tegen heeft. Met de afstammingscontrole en het DNA in de databank kunnen we veel gerichter werken aan het verbeteren van de gezondheid van rashonden. Klik hier voor meer informatie.
Wij vinden het belangrijk dat van elke (ras)hond duidelijk is of er gezondheidsonderzoeken gedaan zijn en wat de uitslag hiervan is. Zulke informatie moet gemakkelijk beschikbaar zijn voor fokkers en kopers. Dit geldt niet alleen voor rashonden met een officiële NHSB-stamboom maar ook voor honden zonder stamboom en niet-rashonden.
De uitslagen van gezondheidsonderzoeken bij rashonden vind je op onze website DutchDogData.
Door het intoetsen van NHSB-nummer, (gedeelte van) de naam, of chipnummer worden alle bij de Raad van Beheer vastgelegde gezondheidsgegevens van de rashonden vanaf 1997 zichtbaar. Persoonsgegevens zijn hier niet zichtbaar.
De Raad van Beheer is hiermee de eerste organisatie op het gebied van honden die de gezondheidsgegevens openbaar en inzichtelijk maakt.
De Raad van Beheer hoopt dat de sector dit voorbeeld overneemt en dat ook van de honden zonder stambomen de gezondheidsonderzoeken openbaar en inzichtelijk gemaakt worden.
Vooral de kopers van een hond hebben recht hierop.
Voor een aantal rassen is de welzijns- en gezondheidssituatie bedenkelijk. Daarom kijken we samen met de rasverenigingen en specialisten uit binnen- en buitenland naar aanvullende maatregelen om deze populaties gezonder te maken. De maatregelen gelden voor alle honden van een ras waarmee je wilt fokken. Dit betekent dat zowel fokdieren van fokkers binnen een rasvereniging als daarbuiten aan deze voorwaarden moeten voldoen. Voldoe je niet aan de voorwaarden, dan geven we geen stambomen af voor de pups en schrijven we ze niet in het stamboek in.
Voor een aantal rassen gelden aanvullende eisen op het gebied van gezondheid en welzijn. Dit kunnen bijvoorbeeld extra gezondheidsonderzoeken zijn of gedragstesten. We geven alleen stambomen af voor pups waarvan de ouders voldoen aan de aanvullende eisen. Klik hier voor meer informatie over fokken met je hond en de rassen waarvoor aanvullende eisen gelden.
Door de overheid zijn er criteria opgesteld voor het fokken van alle kortsnuitige honden. zie de pagina 'fokken met kortsnuitige honden'.
Keurmeesters volgen bij het keuren van rashonden in Nederland niet alleen de rasstandaard, maar ook de ‘Gedragscode Exterieur Keurmeesters’. Deze gedragscode zijn wij samen met de keurmeesters en de rasverenigingen overeengekomen.
In de gedragscode staat dat exterieurkeurmeesters bij hun beoordelingen niet alleen het uiterlijk maar ook de gezondheids- en welzijnsaspecten van het ras c.q. de individuele hond laten meewegen. De keurmeester zorgt er voor dat dit in het verslag van de hond komt. Keurmeesters accepteren geen angstig en/of agressief gedrag en diskwalificeren in dat geval de hond. In de gedragscode is ook vastgelegd dat rashonden met (uiterlijke) kenmerken, die kunnen leiden tot gezondheids-, gedrags en/of bewegingsproblemen nooit de kwalificatie ‘uitmuntend’ krijgen. Ook mogen deze honden geen prijzen winnen in de rasgroepen en/of andere keuringen in de erering.
De Nederlandse gedragscode is de basis voor de 'Code of Commitment' voor keurmeesters. Je vindt deze op de website van de Fédération Cynologique Internationale (FCI).
Een aantal rassen verdient speciale aandacht als het gaat om de gezondheid, het welzijn en het gedrag van de honden. Voor deze rassen gelden er Ras Specifieke Instructies. Keurmeesters volgen de instructies bij het keuren van deze aandachtsrassen en zijn verplicht om een formulier in te vullen over waargenomen specifieke welzijnsaspecten van het ras. Zo kunnen we deze rassen nadrukkelijk monitoren en kan de rasvereniging indien nodig het fokbeleid bijstellen.
De rasstandaard is het uitgangspunt bij de exterieurbeoordeling van rashonden op tentoonstellingen. Het beschrijft hoe de hond er uit zou moeten zien. Als het gaat om gezondheids- en welzijnsproblemen die voortkomen uit het uiterlijk van een ras (overtypering), lijkt het aanpassen van de rasstandaard een logische stap. De invloed van aanpassing van de rasstandaard op de gezondheid en het welzijn van rashonden is echter beperkt. De beoordeling door de keurmeester is een meer bepalende factor.
Nederland kent negen nationale rassen. De Nederlandse rasstandaarden zijn kritisch bekeken op de mogelijkheid tot schadelijke overtypering. Het aanpassen van alle overige rasstandaarden ligt niet in handen van de Raad van Beheer. Het land van oorsprong van een ras is namelijk verantwoordelijk voor de rasstandaard. Wij vinden het belangrijk dat de FCI een coördinerende rol speelt om te komen tot aangepast internationaal beleid.
Overzicht aanpassingen
Een overzicht van alle aanpassingen in de rasstandaarden kun je vinden in de documenten onderaan de pagina 'Plan Fairfok'.
De rasverenigingen in Nederland willen de gezondheid van hun ras zo goed mogelijk borgen. Om dit zeker te stellen heeft elke aangesloten vereniging een fokbeleid opgesteld volgens het format Verenigingsfokreglement (VFR). In het fokbeleid staat omschreven hoe je verantwoord kan fokken en waar je allemaal rekening mee moet houden.
Het VFR is een fokreglement dat elke rasvereniging voor het eigen ras maakt. Deze VFR’s zijn toegesneden op de huidige en gewenste situatie binnen het eigen ras zoals de vereniging dat voorstaat. Er kunnen verschillen zitten in de VFR’s voor één ras wanneer er meer verenigingen het ras vertegenwoordigen. Het is aan de rasvereniging om keuzes in het fokbeleid te maken; rasverenigingen kunnen hier hun eigen identiteit in laten gelden.
Het VFR bestaat uit een aantal onderdelen. Er zijn onder andere fokregels, welzijnsregels, gezondheidsregels, gedragsregels, exterieurregels en afspraken over de overdracht van puppy’s aan de nieuwe eigenaren. Daarnaast kan de vereniging zelf extra artikelen toevoegen om het fokbeleid beter op het ras en de leden toe te spitsen. Deze artikelen mogen niet in strijd zijn met het Kynologisch Reglement (KR). Het uitgangspunt is dat de VFR’s volgens een vast format zijn opgesteld en daardoor makkelijk met elkaar te vergelijken zijn. Bij de veelgestelde vragen vind je nog meer informatie.
Een groot probleem binnen de rashondenfokkerij is de toename van inteelt binnen een populatie. Inteelt kan een nadelig effect hebben op de gezondheid, vruchtbaarheid en conditie. Ook kan het leiden tot een toename van de geboorte van dieren met erfelijke gebreken. Het Nederlands Honden Stamboek (NHSB) is een database met een zeer groot aantal honden. Door de gegevens in deze database met behulp van software te analyseren, krijg je inzicht in de situatie binnen een ras en kun je weloverwogen maatregelen nemen om de gezondheids- en welzijnssituatie in een hondenras te verbeteren.
Het project ‘Verwantschap’ heeft tot doel het zorgvuldig bewaken en beheren van populaties van rashonden met een stamboom door het mogelijk te maken deze populaties te analyseren. Het ministerie van Economische Zaken heeft dit project mede mogelijk gemaakt. De software is ontwikkeld door Wageningen University & Research Centre. Daarnaast is er een klankbordgroep ingesteld met vertegenwoordigers uit de sector en diverse welzijnsorganisaties. Als pilotrassen is gekozen voor de Golden Retriever, de Saarlooswolfhond en de Teckel.
De binnen dit project ontwikkelde software bestaat uit drie modules:
Per kwartaal analyseren wij drie hondenrassen. Op basis van de situatie binnen een ras en op aangeven van de rasverenigingen bepalen we de volgorde hierin.
Naast de software is er ook een handboek ‘Fokken van rashonden’. Hierin vind je veel basisinformatie over verantwoorde fokkerij en genetisch beheer. Je kunt dit handboek gratis downloaden of tegen betaling bestellen op de pagina 'Handboek fokken van rashonden'.
Lees meer hierover in het artikel Raadar XL van april 2016:
RaadarXL 04-2016 project verwantschap.pdf
In dit project zorgen we er voor dat op termijn op iedere stamboom komt te staan of de hond voldoet aan normen die voor dat ras gelden. Daarmee geven we inzicht in de maatregelen die de fokker genomen heeft om gezonde en sociale pups te fokken. Het is overigens géén garantie dat de hond gezond is.
Rashondenfokkers die zich houden aan de normen voor hun ras onderscheiden zich van fokkers die zich niet conformeren aan dit duurzaam fokbeleid. Door de vermelding op de stamboom, ziet de consument in één oogopslag of pups gefokt zijn volgens de normen voor dit ras.
Een kritische koper verdiept zich al ruim voordat hij een pup koopt in tal van zaken die met de aanschaf te maken hebben. Wij vinden het daarom belangrijk dat de koper al vóór de aanschaf ziet of de pups uit de oudercombinatie aan de normen voldoen. Wij vinden het ook belangrijk dat een fokker de combinatie kan controleren vóórdat de dekking feitelijk plaatsvindt. Daarom ontwikkelen we een softwaremodule waarmee je - geautomatiseerd - de combinatie van reu en teef kunt controleren en direct uitsluitsel hebt of de (pup uit de) combinatie voldoet aan de normen.
Per ras stellen we de normen vast. Dit doen wij samen met de rasvereniging(en). De VFRs gebruiken we als vertrekpunt. We controleren of in de VFRs alle relevanten aandoeningen staan, prioriteren zo nodig of vullen deze indien nodig aan. Vragen en discussiepunten leggen we voor aan de Gezondheidscommissie. Zo ontstaat een matrix van rassen en normen: de normenmatrix.
In de normenmatrix nemen we die onderzoeken op die geprotocolleerd zijn en die wij administreren. Nu is dat nog een beperkt aantal onderzoeken, maar deze breiden we in de loop van de tijd uit.
Wij hopen dat deze aanpak gevolg zal krijgen binnen de totale hondenfokkerij in Nederland, zodat een duurzaam fokbeleid een algemeen goed wordt voor alle hondenfokkers, ongeacht of ze rashonden of look-alikes fokken.
Voor meer informatie zie 'fokken met de normenmatrix'.
Als je een pup wilt kopen, is het belangrijk dat je je van tevoren goed oriënteert. Zorg ervoor dat je weet waar je op moet letten bij de aanschaf van een hond. Kies je voor een rashond, check dan de gezondheidssituatie binnen het ras. Je vindt deze informatie op onze website, maar je kunt hiervoor ook terecht bij de rasvereniging of de fokker. De fokker kan je bovendien alles vertellen over zijn nesten en pups en welke maatregelen hij neemt om gezonde en sociale honden te fokken.
Voor neutrale en onafhankelijke informatie ben je bij het Landelijk InformatieCentrum Gezelschapsdieren (LICG) aan het goede adres. Naast algemene informatie over het aanschaffen en verzorgen van honden vind je hier ook rasspecifieke informatie.
Door kritisch te kijken en je goed te (laten) informeren, kun je een betrouwbare fokker kiezen die gezondheid, welzijn en sociaal gedrag van zijn honden hoog in het vaandel heeft staan. Zo oefen je als pupkoper direct invloed uit op het fokbeleid.